Landschappelijke inpassing
Doelstelling
De doelstelling van dit groenplan om de wensen van de opdrachtgever, het vervangen van de woning en bijgebouwen en het terugbrengen van de natuur op erf en perceel uit te voeren zonder daarmee afbreuk te doen aan het landschap en de omgeving en deze waar mogelijk proberen te versterken.
Landschap en omgeving
Op Wikipedia en Natuurlijk Achterhoek wordt dit landschap passend omschreven:
‘Het landschap rond Winterswijk is misschien wel het meest karakteristiek voor de Achterhoek. Het gebied heeft zijn kleinschalige coulissen-landschap behouden, een aaneengesloten gebied met een afwisseling van open plekken, houtwallen, bosjes, bomenrijen en struweelhagen. Mede door de essen is het reliëf in dit gebied opvallend.
Ook kenmerkend zijn de meanderende beken in smalle dalen. Ten slotte is de bebouwing vervlochten in het landschap: oude boerderijen, gehuchten en grotere nederzettingen.’
Afbeelding: Google Earth
Geplande ruimtelijke ontwikkeling
Aan de orde is het vervangen van een woning met bijgebouwen en het terugbrengen van erf en natuur op het perceel Blekkinghofweg 1 te Winterswijk.
Voor de nieuwbouw is door de eigenaar en architect reeds gelet op karakteristieke elementen van de bouwwijze in de omgeving. Een combinatie van hoofdbouw in T-boerderijstijl en bijgebouwen in de vorm van kapschuren met gebintwerk.
Voor erf en perceel spelen landschap, omgeving en de flora en fauna een hoofdrol. Omdat het bouwblok niet centraal op het perceel was gelegen heeft de eigenaar een deel van het naastgelegen perceel aangekocht om de bebouwing beter te laten opgaan in het groen.
Waardevolle elementen als de ‘es’, de poel en enkele fraaie solitaire bomen die aanwezig zijn worden gehandhaafd en zijn ingepast in het plan.
Afbeelding: Google Earth en privecollectie eigenaar
Historie perceel en landschap
Bijgaande afbeeldingen geven een duidelijk beeld van het perceel en het omringende landschap door de jaren heen. Huidige bebouwing en perceelsgrenzen zijn ingetekend.
Afbeeldingen: Topotijdreis.nl
Hoogteverschillen
Het zogenaamde ‘essenlandschap’ dankt zijn naam aan de hoogteverschillen in het landschap, deels natuurlijk maar vaak ook ontstaan door agrarisch gebruik. Op onderstaande afbeeldingen zijn de huidige hoogtes in beeld gebracht.
In de eerste afbeelding: Hoogteverschillen aangegeven met kleuren. Van laag naar hoog: Blauw-Groen-Geel-Oranje-Rood
In de tweede afbeelding: Hoogteverschillen aangegeven door schaduwweergave. Duidelijk is nog de aanwezige ‘es’ op het perceel.
Afbeeldingen van AHN.nl
Karakteristieken van het essenlandschap
- Afwisselend landschapsbeeld gevormd door kleine- en grote ruimten, begrensd door bomenrijen, bebouwing, singels, houtwallen en bos.
- Aanwezigheid van kleine- en grote essen met landschappelijke en cultuur-historische waarden.
- Relatief hoog en bolgelegen gebieden (essen) met veel microreliëf (steilranden) zijn landschappelijk waardevolle objecten.
- Aanwezigheid van kleine buurtschappen, die een sterke verbondenheid hebben met het landschap zijn kenmerkend voor historie van de gebieden.
- Bebouwing geclusterd in een buurtschap.
- Onregelmatige verkavelingstructuur.
Karakteristieken van oude erven
Het erf en het landschap
- Oude erven en het landschap zijn sterk met elkaar verweven.
- Erven liggen soms geclusterd, soms verspreid rondom de essen en kampen
- Bebouwing ligt ordeloos gesitueerd ten opzichte van de weg
- Gebouwen gaan op in het landschap door hun situering.
- Een losse strooiing van hoofd- en bijgebouwen op het erf
- Jongere ensembles liggen meer als groene eilanden in het landschap
Gebouwen op het erf
- Karakteristieke historische bebouwing, bijvoorbeeld kapschuren en hooimijten.
- Grote dakvlakken
- Zadeldak met lage goten, evt. wolfseinden of een dakschild
- In de loop van de tijd zijn meerdere bijgebouwen/schuren toegevoegd, maar niet op grote schaal.
Inrichting van het erf
- Bescheiden siertuin op het voorerf in combinatie met de moestuin en fruitgaard, omgeven door een haag (meidoorn, beuk, liguster)
- Eiken (groepen) op de erven, knot- en leilindes.
- Solitaire bomen op het erf, bijvoorbeeld een kastanjeboom
- Markante erfafscheidingen ontbreken
Bron: Inspiratieboek ruimtelijke kwaliteit van Grontmij
De karakteristieken van erf en landschap in het groenplan
De schaal van het perceel in het landschap
De inrichting van het perceel is kleinschalig, begrenst door groenelementen als houtwallen, singels, kleine bosjes en de aanwezigheid van licht reliëf.
De compositie van de gebouwen
Gebouwen en landschap zijn met elkaar verweven, de gebouwen staan ‘los gestrooid’ op het erf en er is veel groen aanwezig. Een restant van een ‘eenmanses’ is terug te vinden op het perceel.
De cluster van de gebouwen bevindt zich op/rond deze ‘es’ en het is de bedoeling deze ‘verhoging’ te versterken/te accentueren in de nieuwe situatie.
De nieuwe gebouwen worden ‘ingebed’ in nieuwe houtwallen en tussen aanwezige en nieuw te planten bomen. Bijgebouwen hebben een andere richting dan het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw is ontworpen in de stijl van zgn. T-boerderijen die veel in de omgeving voorkomen. Bijgebouwen in de vorm van kapschuren.
Om de bebouwing goed op te kunnen laten gaan in het landschap is een deel van naastgelegen perceel aangekocht om deze op een zelfde natuurlijke wijze in te kunnen richten.
De inrichting van het erf
De entree vanaf de Blekkinkhofweg zal zich laten aanzien als een klassiek boerenerf, met een fruitboomgaard die deels is omgeven door een haag. Een van oudsher aanwezige waterput zal worden gehandhaafd en daarmee in het plan een plek krijgen naast de nieuwe kapschuur.
Een bescheiden siertuin aan de voorzijde van de woning wordt omgeven door een lage haag, weliswaar geen moes- of kruidentuin maar de formele vorm van de siertuin geeft het wel die aanblik.
Enkele bijzondere solitaire bomen staan op het erf. Met de plaatsing van het hoofdgebouw is hiermee rekening gehouden.
Er komt geen overmatige oppervlakte maar slechts een noodzakelijk deel sobere ‘oude’ verharding en daarnaast veel gras. Geen muren en/of schuttingen. Houtwallen en hagen vormen de kavelgrens.
De inrichting van het perceel rondom het erf
Aan één zijde van het perceel is nog een deel van een oude onverharde weg met laanbomen terug te vinden. Deze is in het verleden door ruilverkaveling deels komen te vervallen. Het resterende deel is en blijft gehandhaafd, wordt door de bewoners onderhouden en dient nog als toegangsweg voor dit en het naastgelegen perceel. De toegang tot dit perceel wordt nu gemarkeerd door een ‘karakteristieke’ houten toegangspoort. Hier bevinden zich ook nog enkele bijenkasten.
Omdat de agrarische functie van het perceel is komen te vervallen is het de wens van de eigenaar het perceel weer ‘terug te geven aan’ de natuur. In het verleden heeft de voormalig eigenaar al een begin gemaakt door de aanleg van de poel en de aanplant van enkele houtwallen. Opzet is om de rest van het perceel op eenzelfde natuurlijke wijze in te richten maar zo min mogelijk afbreuk te doen aan het landschap in de omgeving. Bestaande houtwallen uitbreiden met boomvormers en wilde fruitbomen, vrijstaande bomen, grasvelden (deels gemaaid, deels ruig t.b.v. de fauna) aanbrengen en het toepassen van delen met wildbloemenmengsel die landschapselementen accentueren. Belangrijk zijn daarbij zichtlijnen, van de bewoners naar het omringende landschap maar ook voor inkijk van voorbijgangers door het perceel. Het gras, de houtwallen en enkele solitaire bomen versterken deze zichtlijnen.
Beplanting
Er zal in het plan voornamelijk gewerkt worden met inheemse beplanting, onder meer bestaande uit:
Acer campestre, Alnus glutinosa, Amelanchier lamarckii, Betula pendula, Betula pubescens, Carpinus betulus, Cornus sanguinea, Corylus avellana, Crataegus monogyna, Euonymus europaeus, Fagus sylvatica, Fagus syl. ‘Atropunicea’, Ligustrum vulgare, Prunus avium, Prunus padus, Quercus robur, Rhamnus frangula, Sorbus aucuparia, Viburnum opulus etc.
Daarnaast diverse soorten fruitbomen en enkele solitaire bomen zoals Juglans regia en de Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’ en hagen van Fagus sylvatica
Uiteindelijk resultaat
Door de inrichting van het geheel ontstaat er uiteindelijk een eenduidige ruimtelijke compositie tussen bebouwing en landschap met veel aandacht voor flora en fauna en dat passend zal zijn in zijn omgeving.
Voor het ontwerp klik hier.